Overslaan en naar de inhoud gaan

Wie regelt wat bij de centrale examens?

Er zijn verschillende instanties betrokken bij de centrale examens. Je hebt veel namen vast al eens voorbij horen komen, maar weet misschien niet precies wie wat regelt. Hoewel het niet noodzakelijk is om te weten wie wat bepaalt omtrent de examens, ben je er wellicht toch benieuwd naar. Daarom heeft SSL een overzicht gemaakt: Wie regelt wat omtrent de centrale examens?

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt de examenprogramma’s vast. Hierin staat de inhoud van het eindexamen en wordt aangegeven welke onderdelen via het centraal examen en welke via de schoolexamens worden getoetst.

Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is eindverantwoordelijke bij de centrale examens:

  • Het CvTE maakt de eindexamensyllabi: de toelichting bij de examenprogramma’s, waarin precies staat welke onderwerpen en vaardigheden getoetst worden. 
  • Het CvTE geeft opdracht aan Cito voor het maken van de examens. Hierbij wordt aangegeven hoe lang het examen moet zijn, uit hoeveel opgaven het moet bestaan en welke soort opgaven erin voorkomen. 
  • Het CvTE stelt de definitieve examens vast, nadat deze zijn ontwikkeld door Cito. 
  • Het CvTE bepaalt de normering (N-term) op basis van het advies dat volgt uit het normeringsonderzoek van Cito. Bij deze bepaling worden onder andere de opmerkingen van vakdocenten en de klachten van leerlingen die bij het LAKS zijn binnengekomen meegenomen.
  • Ook stelt het CvTE de regels op omtrent de afname van het examen.

Cito ontwikkelt en test de eindexamenopgaven. Dit doen ze in samenwerking met vakdocenten. Daarnaast doet Cito direct na de afname van de centrale examens een normeringsonderzoek, aan de hand van de examenresultaten die docenten aanleveren. Dit normeringsonderzoek dient als advies voor het CvTE bij het vaststellen van de normering (N-term).

DUO is verantwoordelijk voor de productie en verspreiding van de eindexamens. Daarom houden zij ook bij hoeveel examenkandidaten er zijn per school en per niveau. Ook zorgt DUO dat er voor ieder examen een tweede corrector is.

De onderwijsinspectie ziet erop toe dat de examens volgens de regels worden afgenomen. Zo worden ze betrokken bij beslissingen over de consequenties voor leerlingen die een onregelmatigheid begaan, zoals te laat komen, spieken of ongeoorloofd afwezig zijn. Ook grijpt de inspectie in wanneer een school niet volgens de regels handelt.

Je school is verantwoordelijk voor de afname en het nakijken van het examen. Hieronder vallen de volgende dingen:

  • Opgeven van het aantal leerlingen.
  • Zorgen dat de leerlingen de examens kunnen maken, bijvoorbeeld zorgen dat er een locatie is en dat er surveillanten zijn. Ook is je school verplicht je te helpen om alsnog je examen te maken als je een beperking hebt of langdurig ziek bent.
  • Nemen van maatregelen in geval van onregelmatigheden. De directeur van je school bepaalt de gevolgen bij onregelmatigheden, zoals te laat komen, spieken en ongeoorloofd afwezig zijn. Je school moet ook een mogelijkheid bieden om tegen deze beslissingen in beroep te kunnen gaan.
  • Nakijken van de examens. Je eigen docent is de eerste corrector. De tweede corrector is een docent van een andere school.
  • Doorgeven van de resultaten aan Cito. Deze resultaten worden meegenomen in het normeringsonderzoek. 
  • De uitslag berekenen en doorgeven aan de examenleerlingen of ze gezakt of geslaagd zijn.