Overslaan en naar de inhoud gaan

Wat mag je meenemen naar de examens?

Dat je bij Engels een woordenboek mee mag nemen en bij wiskunde een rekenmachine, wist je waarschijnlijk al. Maar weet je welke spullen je standaard wel en niet mee mag nemen naar je examens? En welke eisen er aan deze hulpmiddelen gesteld worden? In dit artikel geven we je een overzicht, zodat jij je 'hulpmiddelenpakket' makkelijk klaar kunt leggen. Dat scheelt weer stress en zorgen.

Het onderstaande basispakket aan hulpmiddelen mag je bij ieder examen meenemen. Sommige dingen lijken misschien niet noodzakelijk om mee te nemen naar ieder examen, maar je weet nooit wanneer het van pas kan komen.

  • Schrijfmateriaal inclusief millimeterpapier
  • (Teken)potlood
  • Blauw en rood kleurpotlood
  • Liniaal met millimeterverdeling
  • Passer
  • Geodriehoek
  • Gum
  • Eendelig Nederlands woordenboek of woordenboek uit vreemde taal naar Nederlands of van Nederlands naar een vreemde taal (alleen bij schriftelijke examens)
  • Rekenmachine met ‘basisbewerkingen’.
    Let op: als je voor het examen van een bepaald vak een grafische rekenmachine meeneemt, is het niet toegestaan ook nog een basisrekenmachine mee te nemen.

    De basisrekenmachine mag niet :
    • Aangesloten moeten worden aan het stopcontact
    • Geluid kunnen maken
    • Grafieken kunnen weergeven
    • Alfanumeriek zijn
    • Gegevens kunnen verzenden of ontvangen

De school kan er ook voor kiezen om toe te staan dat leerlingen het examen maken op een computer. De school kan zelf kiezen of zij dit toe staat aan leerlingen met een bepaalde beperking (bijvoorbeeld dyslexie) of aan alle leerlingen. Als je een computer gebruikt mag je nog steeds alle bovenstaande hulpmiddelen meenemen en je mag gebruikmaken van spellingscontrole (tenzij je een examen maakt waarbij je punten aftrek kunt krijgen voor spelfouten, zoals het examen Nederlands). De computer mag geen verbinding hebben met internet.

Voor een aantal vakken, mag je naast het bovenstaande 'basispakket', extra hulpmiddelen meenemen naar het examen. Deze hulpmiddelen zijn vaak noodzakelijk om het examen te kunnen maken.

Vak:

Hulpmiddel:

Opmerkingen:

moderne vreemde talen

Woordenboek naar en van de doeltaal. Bij Engels is op verzoek van de kandidaat ook een woordenboek Engels-Engels toegestaan.

Ook als een woordenboek niet direct zinvol is, is het toegestaan. Het hoeft niet van/naar Nederlands te zijn; mag bijvoorbeeld ook naar de thuistaal van de kandidaat. 

Latijn, Grieks (alleen vwo)

Latijns of Grieks woordenboek

Bij Latijn: woordenboek Latijn-Nederlands van H. Pinkster of van Prisma. Bij Grieks: woordenboek Grieks-Nederlands van Ch. Hupperts of van Prisma. Een grammatica-overzicht is ook toegestaan, in het woordenboek of los. Auteur specifieke woordenboeken zijn niet toegestaan.

biologie, scheikunde, natuurkunde

Goedgekeurd informatieboek: Binas (vwo: 6e editie, havo: 7e editie) of Sciencedata

Een kandidaat mag één van beide hulpmiddelen gebruiken. Fouten mogen in het boek verbeterd worden. Andere wijzigingen (ook plakkertjes) zijn niet toegestaan.

Wiskunde A, B, C

Grafische rekenmachine en roosterpapier in cm²

Kijk op deze pagina (paragraaf 3.2.3) voor de toegestane grafische rekenmachines 2024-2025.

Let op: de rekenmachine moet in examenstand staan waardoor applicaties, programma's en (tekst)bestanden niet bruikbaar zijn en een
eventuele CAS-functionaliteit niet beschikbaar is. Ook mag de rekenmachine niet zijn aangesloten op het lichtnet en geen SD-kaart bevatten. Je mag maar één rekenmachine meenemen en het is niet toegestaan elkaar rekenmachine te lenen.

Aardrijkskunde

Een atlas is sinds 2021 niet toegestaan bij het centraal examen

 

 

Voor leerlingen met een beperking kunnen extra hulpmiddelen zijn toegestaan. Meer informatie over het maken van de examens met een beperking.

Naast de hierboven genoemde toegestane hulpmiddelen mag je extra spullen meenemen. Hierbij geldt dat deze dingen wel functioneel moeten zijn (waardoor geen onnodige ophoping aan spullen op je tafel ontstaat), maar je niet mogen helpen bij het beantwoorden van de examenvragen. Een mobiele telefoon mag dus sowieso niet, maar eten en drinken zijn doorgaans wel toegestaan. Ook een puntenslijper, nietmachine of markeerstift mag je gewoon meenemen. 

De surveillant bij je examen bepaalt of je bepaalde spullen wel of niet mee mag nemen naar je tafeltje. Daarnaast controleert hij of zij de hulpmiddelen die je bij je hebt op mogelijke niet toegestane toevoegingen (ofwel spiekbriefjes). Om dit makkelijker te maken en misverstanden te voorkomen is het handig om je eten en drinken in blanco bakjes en flesjes mee te nemen, zodat duidelijk is dat er geen etiketten omheen zitten die kunnen dienen als spiekbriefje.

Tot slot zijn er nog een aantal aandachtspunten over hoe je spullen moet gebruiken bij je examen.

  • Je mag je antwoorden niet met potlood opschrijven (grafieken tekenen met potlood mag wel) en geen correctievloeistof gebruiken, omdat daarmee makkelijk gefraudeerd zou kunnen worden.
  • Je mag kladpapier gebruiken tijdens het examen, dit krijg je van de school. Je antwoorden moet je opschrijven op door de school gewaarmerkt papier. Antwoorden op ander papier worden niet meegeteld.
  • Er zijn geen regels over de kleur pen waarmee je schrijft. Het is echter af te raden om te schrijven met een pen met een andere kleur dan blauw of zwart. Dit omdat als je met een gekleurde pen schrijft je antwoorden mogelijk minder leesbaar zijn. Bovendien kan het gebruik van gekleurde pen leiden tot discussie tussen eerste en tweede corrector. Bijvoorbeeld als je eerst in het blauw hebt geschreven, maar je (wanneer je blauwe pen op is) met rood aanpassingen hebt gedaan aan eerdere antwoorden. Dat ziet er verdacht uit.