Het is wettelijk vastgelegd dat iedereen gelijk behandeld moet worden. Dit geldt ook voor leerlingen met een beperking die het eindexamen gaan maken. Als je een beperking hebt, moet je dezelfde mogelijkheden krijgen om je diploma te behalen, als leerlingen zonder beperking. Als het door je beperking moeilijk of onmogelijk is om de examens op de standaardmanier te maken, zijn scholen verplicht alternatieven aan te bieden. Hierbij kun je denken aan extra tijd of een aangepast examen. In dit artikel lees je alles over het maken van examens met een beperking. Handig als je er zelf mee te maken hebt of iemand kent die een beperking heeft.
Allereerst is het van belang om vast te stellen wanneer er sprake is van een beperking die kan leiden tot aanpassingen op het examen. Hiervoor heb je een deskundigenverklaring nodig of er moet sprake zijn van een beperking waarmee al gedurende de gehele schooltijd rekening gehouden wordt. Daarnaast wordt nagegaan of de beperking daadwerkelijk invloed heeft op het maken van het examen. Hierbij gaat het erom of je door de beperking het examen moeilijker kunt afleggen, door de manier waarop het examen wordt afgenomen. Een voorbeeld is als je teksten niet kunt lezen, omdat je slechtziend bent. Je kunt het examen qua niveau en inhoud prima aan, maar kunt het fysiek niet maken. In dat geval is een aanpassing aan de manier waarop je het examen maakt mogelijk. Bijvoorbeeld een mondeling examen in plaats van een schriftelijk examen.
Bij het bepalen van de aanpassingen, is het uitgangspunt dat de belemmerende effecten van de beperking op de examens zoveel mogelijk worden weggenomen, maar dat hierbij de inhoud van het examen niet mag worden aangepast. Logisch, want je wilt dat de aangepaste examens dezelfde waarde hebben als de reguliere examens. Het is dan ook niet mogelijk om vrijstelling te krijgen van een examen (behalve als er sprake is van een fysieke beperking, waardoor meedoen aan lichamelijke opvoeding niet mogelijk is) of compensatie te krijgen in de vorm van een mildere beoordeling of bonus.
Voor schoolexamens is de school verantwoordelijk. Zij kunnen, naar redelijkheid, zelf bepalen hoe leerlingen met een beperking tegemoet worden gekomen in het maken van hun schoolexamens. Voor de centrale examens geldt een mindere mate van vrijheid, omdat hierbij juist van belang is dat iedere leerling hetzelfde examen maakt. Voor de centrale examens is het College van Toetsen en Examens (CvTE) dan ook deels verantwoordelijk voor de keuze van aanpassingen aan examens voor leerlingen met een beperking. Dit gaat dan om aanpassingen aan het examen zelf, bijvoorbeeld door de vorm waarin het examen wordt afgenomen. Het CvTE geeft het kader van mogelijkheden aan, waarbinnen iedere school eigen keuzes kan maken. In dit artikel zullen we verder ingaan op het maken van de centrale examens met een beperking en de mogelijke aanpassingen die het CvTE biedt.
Als er logistieke aanpassingen nodig zijn, bijvoorbeeld als je vanwege chronische ziekte of een zware lichamelijke beperking niet in staat bent naar school te komen om het examen te maken, wordt niet het CvTE, maar de Onderwijsinspectie betrokken bij de beslissing. Zij kunnen toestemming geven om bijvoorbeeld het examen in het ziekenhuis of thuis te maken. Ook is overleg met de inspectie noodzakelijk als je examens op afwijkende tijden gaat maken. In dit artikel zullen we hier niet verder op ingaan, je kunt er meer over lezen in het artikel ‘Wat gebeurt er als je ziek bent tijdens de eindexamens?’.
Wil je meer weten over welke instanties waarvoor verantwoordelijk zijn bij de eindexamens, lees dan het artikel 'Wie regelt wat bij de centrale examens?'.
Als je dyslexie hebt, heb je moeite met het lezen van teksten. Dit vormt een belemmering bij het maken van de centrale eindexamens, omdat je hierbij veel teksten van papier moet lezen. Ook kan het lastig zijn om de antwoorden juist op te schrijven. Er zijn een aantal verschillende aanpassingen mogelijk om je hierbij te helpen. Om in aanmerking te komen, heb je een deskundigenverklaring nodig. De mogelijke aanpassingen zijn:
- Gesproken teksten. Bij voorkeur via een daisy audio-cd of digitale spraaksynthese. In bepaalde gevallen is het ook toegestaan om de teksten te laten voorlezen door een surveillant.
- Tijdsverlenging. Hierbij geldt een maximale verlenging van 30 minuten. Ook als er sprake is van meerdere beperkingen, blijft het maximum een half uur. De enige uitzondering is als je naast de dyslexie Nederlands niet als moedertaal hebt én je minder dan zes jaar in Nederland woont. Dan kan maximaal een uur extra tijd worden gegeven.
- Schrijven op de computer. Als je dyslexie hebt, mag je hierbij ook bij ieder examen de spellingscontrole gebruiken.
Hulpmiddelen die je inhoudelijk helpen om de examenvragen te beantwoorden (denk aan een digitaal woordenboek, of spellings- of grammaticakaart) zijn niet toegestaan. Ook zullen je antwoorden volgens de algemeen geldende spellingsregels worden nagekeken. Er wordt dus geen oogje toegeknepen als je een ‘typisch dyslexiefoutje’ maakt.
Als je dyscalculie hebt, heb je veel moeite met rekenen. Als je een deskundigenverklaring hebt, zijn de volgende aanpassingen toegestaan:
- Tijdsverlenging. Hierbij geldt een maximale verlenging van 30 minuten. Ook als er sprake is van meerdere beperkingen, blijft het maximum een half uur. Extra tijd kan alleen worden gegeven, als er in het examen veel rekenwerk voorkomt.
- Gebruik maken van een ‘standaard rekenkaart’.
Als je slechthorend of doof bent, kun je de meeste examens zonder extra aanpassingen maken. De examens zijn doorgaans schriftelijk. Voor sommige examens zijn wel aanpassingen nodig. De aanpassingen liggen altijd in lijn met de aanpassingen die gedurende de rest van je schooltijd van toepassing zijn geweest. Zo is een gebarentolk bij het centraal examen toegestaan, als je altijd al een gebarentolk had op school. Daarnaast zijn nog twee andere aanpassingen mogelijk:
- Tijdsverlenging. Hierbij geldt een maximale verlenging van 30 minuten. Ook als er sprake is van meerdere beperkingen, blijft het maximum een half uur.
- Aangepaste examens maken:
- In het geval van luistertoetsen, kunnen de gespreksvaardigheden worden getoetst in chat-vorm.
- Als in examens geluid voorkomt, waardoor het voor jou niet mogelijk is deze te maken, kan een aangepast examen worden afgelegd.
Om in aanmerking te komen voor de aanpassingen in verband met een auditieve beperking, is geen deskundigenverklaring nodig.
Als je een visuele beperking hebt, waardoor je slecht of niet kunt zien, kun je een aangepast examen maken. Hiervoor is geen deskundigenverklaring nodig. De opties zijn:
- Examen in braille of uitvergrote tekst.
- Gesproken teksten. Bij voorkeur via een daisy audio-cd of digitale spraaksynthese.
- Mondelinge examens.
- Tijdsverlenging: tot 50% van de totale tijd voor alle slechtzienden, tot 100% als je gebruik maakt van braille. Het kan zijn dat het hierdoor niet lukt twee examens op één dag te maken, terwijl dit wel in je examenrooster staat. In dat geval kan een deel van de examens worden afgenomen in het tweede tijdvak.
Ook kleurenblindheid kan een beperking vormen bij de examens. De papieren examens zijn zwart-wit, maar sommige hulpmiddelen bevatten kleurenafbeeldingen (bijvoorbeeld de Binas of de Bosatlas). Ook kunnen kleuren voorkomen in digitale examens. Als je de kleur van een afbeelding die je nodig hebt voor het beantwoorden van de examenvraag niet kunt onderscheiden, mag je aan een surveillant vragen je te vertellen welke kleur het is.
Er zijn nog meer beperkingen die je kunnen belemmeren bij het maken van de examens. Denk bijvoorbeeld aan autisme (ASS), AD(H)D, diabetes of een taalontwikkelingsstoornis (TOS). De meest voorkomende aanpassing in deze situaties, is het geven van extra tijd met een maximum van 30 minuten. Daarnaast kunnen aanpassingen worden gedaan zoals extra rust, extra ruimte of extra pauze.
Als je een zeer zware (fysieke) beperking hebt, waardoor afname binnen de gestelde kaders niet mogelijk is, kan je school in overleg met CvTE vaststellen wat voor jou de beste optie is.
Je school heeft de plicht je te helpen om belemmeringen bij het maken van het examen als gevolg van je beperking, zoveel mogelijk weg te nemen (binnen de hierboven omschreven mogelijkheden). Als je het gevoel hebt dat je school niet genoeg rekening houdt met leerlingen met een beperking of dat niet alle leerlingen met een beperking gelijk behandeld worden, dan kun je hier iets aan doen. In eerste instantie is het aan te raden met je school in gesprek te gaan en te zoeken naar een oplossing. Geef hierbij aan dat je denkt dat de school niet handelt volgens de wettelijke regels. Als hier niets uitkomt, kun je je situatie voorleggen aan het College van de Rechten van de Mens. Het is immers een mensenrecht om gelijk behandeld te worden.