Overslaan en naar de inhoud gaan

Met deze checklist laat je geen punten liggen op je examen

Misschien is het je al eens overkomen bij een proefwerk of schoolexamen: je had goed geleerd en wist alle antwoorden, maar toch heb je niet alle punten gekregen. Vaak komt dit, omdat je het antwoord niet hebt opgeschreven op de manier die van je verwacht werd. Je hebt bijvoorbeeld schrijffoutjes gemaakt of je tussenstappen niet opgeschreven. Vooral op het eindexamen wordt streng gekeken naar de manier waarop je je antwoord opschrijft. Met deze checklist voor examenopgaven, laat je geen punten liggen op je (school)examens!

Om ervoor te zorgen dat je op je (school)examens geen punten laat liggen, is het van belang om ALLES te checken.

Om ervoor te zorgen dat je dit op je examens niet vergeet te doen, is het handig om deze checklist ook bij het oefenen met oude examenopgaven te gebruiken. Ook kun je bij het nabespreken van schoolexamens deze checklist gebruiken om gericht feedback te vragen aan je docent.

Antwoord: heb ik antwoord gegeven op de vraag en is dit antwoord volledig? 

Zeker bij opgaven waar je veel tussenstappen moet maken, kun je het einddoel gemakkelijk uit het oog verliezen. Bijvoorbeeld als je een lastige berekening moet doen. Dan ben je snel geneigd de uitkomst van die berekening als antwoord te geven, terwijl je om de vraag echt te beantwoorden misschien nog een kleine extra denkstap moet maken. Om dit te voorkomen is het essentieel dat je de vraag en het antwoord nogmaals terug leest, nadat je je antwoord hebt opgeschreven. 

Voorbeeld (wiskunde):

  • Vraag: Bepaal op twee verschillende manieren of het verschil tussen A en B groot, middelmatig of gering is?
  • Je gaat aan de slag en berekent op twee manieren het verschil. Je schrijft je denkstappen op en geeft als antwoord het getal 0,8.
  • Voor dit antwoord krijg je niet alle punten, hoewel je berekening wel klopt, want je hebt geen antwoord gegeven op de vraag: is het verschil groot, middelmatig of gering? 

Vergeet daarnaast niet dat je antwoord ook volledig moet zijn om alle punten te kunnen halen. In de kantlijn naast iedere opgaven op je examen, staat hoeveel punten je ermee kunt verdienen. Als hier bijvoorbeeld '3 punten' staat, wordt er doorgaans van je verwacht dat je drie stappen maakt of drie redenen geeft voor je antwoord. Deze moet je ook allemaal opschrijven om de punten te kunnen krijgen. Check dus altijd of je aantal tussenstappen klopt met het aantal punten dat je voor de opgave kunt krijgen.

Voorbeeld (wiskunde):

  • Vraag: Bepaal op twee verschillende manieren of het verschil tussen A en B groot, middelmatig of gering is? In de kantlijn staat dat je voor deze vraag 6 punten kunt krijgen.
  • Je gaat aan de slag en berekent het verschil. Dit blijkt een gering verschil te zijn. Als antwoord schrijf je op: het verschil is gering.
  • Voor dit antwoord krijg je maar één van de zes punten, hoewel je eindantwoord wel klopt. Je hebt namelijk je berekeningen niet opgeschreven én niet laten zien welke twee manieren je hebt gebruikt om de grootte van het verschil te bepalen.

Logisch: is mijn antwoord logisch? 

Als je eenmaal je antwoord op de vraag hebt gegeven, is het handig om na te gaan of dit ook logisch is. Zeker bij exacte vakken, kun je vaak direct zien of je antwoord niet te veel afwijkt van wat logischerwijs mogelijk is. 

Voorbeeld (wiskunde):

  • Vraag: Hoeveel leent een student gemiddeld tijdens een studie van vier jaar? Je krijgt hierbij een aantal cijfers waarmee je dit kunt berekenen
  • Je gaat aan de slag en komt uit op 3,20. Je bent eigenlijk alweer vergeten waar het verhaal ook alweer over ging en schrijft dit op als antwoord. Het antwoord klopt niet.
  • Als je even logisch had nagedacht, zou je kunnen bedenken dat de gemiddelde student meer dan 3 euro 20 leent in vier jaar tijd en had je de berekening opnieuw kunnen maken. 

Leesbaar: is mijn antwoord leesbaar? 

Als je docent (of de tweede corrector) je antwoord niet goed kan lezen, zal het fout gerekend worden. Dat is natuurlijk erg zonde. Zorg er daarom voor dat je antwoord én alle denkstappen duidelijk op papier staan. Als je echt moeite hebt met netjes schrijven, kan het een idee zijn om met kladpapier te werken. Let er dan wel op dat je niet in tijdsnood komt doordat je alles twee keer op moet schrijven.

Eenheid: heb ik de eenheid achter mijn antwoord vermeld? 

Dit geldt voor de exacte vakken: als je de eenheid achter een getal vergeet, verlies je een punt. Dat is makkelijk te voorkomen. Kijk altijd goed naar de vraag, wordt er bijvoorbeeld gevraagd om een geldbedrag, een afstand of een percentage? Dan moet er sowieso een eenheid achter je antwoord!

Significantie: klopt het aantal significante cijfers? 

Deze tip geldt ook voor de exacte vakken. De regel is: het aantal significante cijfers van je eindantwoord is gelijk aan het gegeven waarmee je hebt gerekend met het kleinste aantal significante cijfers. Soms staat in de vraag op hoeveel decimalen je moet hebben. Als het aantal significante cijfers van je antwoord niet klopt, krijg je hier vaak een punt aftrek voor. 

Het examen maken is spannend en lastig. Er zullen vragen tussen zitten waarvan je niet weet hoe je ze aan moet pakken of waarbij je maar niet op een logisch antwoord komt. Belangrijk om te onthouden is dat dit niet erg is! Je kunt namelijk op het centraal eindexamen ook al punten verdienen door alleen datgene op te schrijven wat je wél weet: punten te sprokkelen noemen we dat ook wel. 

Hoe werkt punten sprokkelen?

Als je aan een nieuwe opgave begint, bekijk dan eerst goed hoeveel punten je kunt verdienen. Dit staat altijd bij de opgave aangegeven. Je krijgt in principe een punt voor elke handeling die je moet uitvoeren om uiteindelijk tot het goede antwoord te komen. Als je kunt bedenken voor welke handelingen je de punten krijgt, kun je losse handelingen uitvoeren en hiervoor een deel van de punten krijgen. 

Dat werkt bijvoorbeeld zo: 

Stel je krijgt een rekenvraag op je biologie examen en je kunt hier vier punten voor verdienen. Het Cito verwacht bijvoorbeeld dat je (1) gegevens uit een tabel haalt, (2) de juiste formule uitkiest, (3) de gegevens op de goede manier in de formule invult, ofwel de juiste berekening geeft en (4) het juiste antwoord noteert. Voor elk van deze vier handelingen kun je een punt krijgen. Je weet misschien niet hoe je de berekening moet maken, maar je kunt bijvoorbeeld wel de gegevens uit de tabel halen (noteer gegevens waar in de tekst of vraag naar wordt verwezen) en de formule opschrijven (welke formules ken je die bij dit onderwerp passen?). Zo kun je toch nog twee van de vier punten scoren!

Overigens kan het ook zomaar zo zijn dat als je dan eenmaal begonnen bent, je toch begint te begrijpen wat er precies van je gevraagd wordt. Wie weet lukt het zo om de hele vraag te beantwoorden.

Goed om te weten is dat dit punten sprokkelen niet (altijd) werkt bij schoolexamens. Het kan zijn dat jouw docent bij SE's andere normen hanteert dan op het centraal eindexamen of alleen maar losse vragen stelt waar je telkens één punt mee kunt verdienen. Dan werkt sprokkelen niet: je krijgt dan óf alle punten, óf helemaal niks. Bij je eindexamen werkt dat dus anders: daarbij zijn zelden vragen van slechts één punt.